In 2022 viert Opel zijn 160-jarig jubileum. Al die jaren heeft Opel innovaties bereikbaar gemaakt voor het grote publiek. In een serie blogs blikken we terug op enkele van de belangrijkste innovaties. In dit tweede deel kijken we naar de eerste auto’s voor het volk. Nadat Adam Opel in 1895 overlijdt, zetten zijn vijf zonen het bedrijf voort.
De autoproductie wordt in 1899 gestart, met de ‘Patent-Motorwagen System Lutzmann’ (boven). De overstap naar deze nieuwe markt blijkt een succes en in 1906 wordt al de duizendste auto geproduceerd. Dat is heel wat in die tijd. De echte doorbraak moet echter nog komen…
In 1909 introduceert Opel de 4.8 PS ‘Doktorwagen’ (boven). Het bijzondere aan deze auto is dat hij slechts de helft kost van wat de meeste concurrenten voor hun auto’s vragen. Daarmee levert Opel als een van de eerste merken een auto voor het volk, want dit nieuwe model is voor veel mensen bereikbaar.
Opel blijft innoveren. Zo is Opel het eerste Duitse merk dat werkt met grootschalige productie op een assemblagelijn. Daarmee is de Opel 4/12 PS ‘Laubfrosch’ (boven) de eerste auto die in Duitsland letterlijk van de band rolt. Dankzij deze productiemethode, die bovendien steeds efficiënter wordt, worden de modellen van Opel steeds betaalbaarder en voor een steeds grotere groep bereikbaar. De Opel 4 PS kost bijvoorbeeld nog geen 3.000 mark en wordt zo een echte volksauto.
In 1935 verschijnt de Opel Olympia (boven). Ook hier wordt weer geïnnoveerd: het is de eerste in Duitsland in massa geproduceerde auto met volledig stalen carrosserie. Het lage gewicht zorgt niet alleen voor een lager brandstofverbruik, maar ook voor betere prestaties. Samen met een nog eens verbeterd productieproces zorgt dit voor een nieuw succesverhaal. Het was zo’n beetje de Kadett uit zijn tijd. Een treffend voorbeeld, want vooral vanaf de jaren ’60 zou die Kadett (onder), zeker hier in Nederland, ook uitgroeien tot een echte volksauto.
Innovatie: stationwagens